Sport en gezondheid

Sport is goed voor je gezondheid jongen, zeiden mijn ouders altijd, maar verder vielen ze me er niet mee lastig. Het bleef daarom bij schoolsport, en ik was lang niet slecht in voetballen al stormde ik soms enigszins té enthousiast op de bal af waardoor ik er finaal overheen sprong. Mijn enthousiasme was zó groot dat ik heel wat blessures opliep. Die veroorzaakte ik echter nauwelijks bij anderen, en ik kon uitermate goed tegen verlies: ook al stonden we met 10–0 achter, ik bleef opgewekt tot het laatst mijn best doen en bleef vriendelijk naar de tegenstander.

Kom daar nu nog maar eens om. Veel kinderen worden tegenwoordig door hun ouders opgejut om het tot beroemde topsporter te brengen, desnoods ten koste van sportiviteit en van hun normale ontwikkeling. En als ze daarmee niet vóór hun tiende jaar beginnen kunnen ze het wel schudden. Menig kinderdroom valt dan ook in duigen, met alle psychische schade van dien.

De ‘geluksvogels’ onder hen kunnen blijmoedig doorgaan met het teisteren van hun lichaam en haken pas later in hun leven af, niet zelden met onherstelbare gebreken. Intussen hebben ze jaren van ontberingen achter de rug, vaak ook van gevaarlijk dopinggebruik, en van eenzaamheid.

Zie ook de Olympische Spelen, waar u momenteel natuurlijk inderdaad naar kijkt zodat u mijn gezeur helemaal niet eens hoort. Ik ben absoluut niet tegen dat spektakel, maar de naam ’Spelen’ is allang misplaatst. Het speelse element is volkomen verdwenen, winnen is veel belangrijker dan louter deelnemen. En je gezondheid gaat er beslist niet van vooruit, integendeel je moet er oergezond aan beginnen om deze toernooien te overleven.

Allemaal prima hoor, dat topsport, of misschien wel alle beroepssport, behalve een krachtmeting tussen individuen meer een show is, meer een publieksvoorstelling dan een gezondheidsactiviteit. Maar stel haar als overheid en als opvoeders dan ook niet meer ten voorbeeld aan de jeugd, en breng die jeugd geen schadelijke ambities bij. Behandel het sporttheater qua subsidie en propaganda gelijk aan andere podiumkunsten, waar je jonge en volwassen burgers toch ook niet van zegt dat het zo gezond voor ze is. En bevorder de volksgezondheid door amateursport te bevorderen.

De meeste steun verdienen volgens mij logischerwijze de sporten speciaal voor mensen met een gezondheidsachterstand, nl. zieken en gehandicapten. We zien ook daar een tendens naar topsport in der vorm van de Paralympiade voor lichamelijk, en de Specialympiade voor verstandelijk gehandicapten; tot nog toe loopt daar de professionalisering niet de spuigaten uit. Het kijkspel kan al spectaculair zijn door bijvoorbeeld het reeds bestaande boogschieten voor blinden – dat gaat op gehoorsaanwijzingen – doch kan zeker verbeterd worden door storende geluidseffecten en dergelijke. Hordelopen voor beengeamputeerden trekt ook vast veel tv, om maar te zwijgen van precisiepoepen voor mensen met een stoma, naar voorbeeld van een sketch van Van Kooten en De Bie. Sorry, nu vergeet ik even het gezondheidsaspect en denk ik veel te commercieel.

Wat ik overigens nog mis is een Psycholympiade voor patiënten uit de geestelijke gezondheidszorg, de sector waarin ik het meeste thuis ben waardoor ik weet hoe gemakkelijk dat te organiseren zou zijn: elke stressfactor zoals onzekere aanvangstijden of een overvol stadion laat ons al op tilt slaan en vormt een waarachtige sportieve uitdaging.

Maar verder houd ik mijn mond, anders gaan John de Mol of deRTL-zenders nog aan de haal met mijn ideeën.


© 2024 Toon van der AA