Huisarts

In mijn omgeving zijn twee of drie mensen op zoek naar een nieuwe huisarts. Eén van hen omdat de vorige huisarts niet beviel.

Dat laatste heb ik zelf een keer meegemaakt. Hij had me maanden laten rondlopen met nogal hevige pijnen, met enige tegenzin een paar onderzoeken laten doen, zonder resultaat, en toen min of meer geconcludeerd dat mijn probleem psychisch was. Uiteindelijk bleek door toeval, dat de goede man een tamelijk voor de hand liggend mankement over het hoofd had gezien, en dat ik operatief geholpen moest worden. Toen deze huisarts zijn fout niet uit eigen beweging toegaf, ben ik maar op zoek gegaan naar een andere.

Dit zijn al twee vragen die ik mezelf stel bij het zoeken van een huisarts. Ten eerste, lijkt het me iemand van wie ik het accepteer als ze zegt: beste patiënt, vermoedelijk heeft jouw kwaal een psychische oorzaak? En ten tweede, lijkt het me iemand die het zal toegeven als ze een fout bij me heeft gemaakt?

De antwoorden op deze vragen blijken natuurlijk pas tijdens het kennismakingsgesprek, dat iedereen zou moeten hebben vind ik – niks blindelings laten inschrijven en maar patiënt worden van iemand die je niet eens gesproken hebt. Daaraan voorafgaand  hebt u echter al nagedacht en keuzes gemaakt met andere gegevens. Om te beginnen uiteraard de reisafstand tussen u en de nieuwe huisarts, die voor beiden redelijk moet zijn. Verder kunt u van de ziektekostenverzekeraar of op internet allerlei informatie krijgen waaraan u doorgaans het geslacht kunt afleiden, en of ze alleen werkt of in een groepspraktijk e.d. Met wat extra moeite is de leeftijd ook wel te achterhalen. Veel mensen vinden leeftijd en geslacht van de huisarts belangrijk. Sommigen ook de afkomst of levensovertuiging. Dat is misschien een beetje moeilijk om naar te vragen, maar het moet kunnen vind ik. Als u zich vertrouwder voelt bij een dokter van dezelfde afkomst of met hetzelfde geloof als uzelf, discrimineer deze keer dan maar gerust. Dat kan best op een fatsoenlijke manier.

Ikzelf  kies niet een bepaald geloof uit, maar wel een paar concrete punten waar de arts in gelooft, waar ik dus naar vraag. Ik wil bijvoorbeeld weten hoe doktertje denkt over alternatieve geneeswijzen: is ze daar vóór of vindt ze het kwakzalverij? En ook, al is het voor mijzelf van geen enkel praktisch belang, hoe ze denkt over abortus. En werkt ze straks méé of tégen bij mijn eventuele euthanasie? Ook wil ik weten hoe ze met het voorschrijven van medicijnen omgaat; ik vind n.l. dat je met mijn leeftijd en met mijn sociale positie niet  zuinig moet zeuren over een beetje medicijnverslaving. En als ik familie had, zou ik willen afspreken wanneer die wel en niet betrokken moet worden bij mijn ziektes en bij mijn sterven. En zo kunt u zelf vast nog meer verzinnen. Het zijn een soort grenspalen: je kunt echt niet voorspellen hoe goed de dokter is en wat ze in geval van ziekte of noodgeval zal doen, maar bepaalde afgesproken dingen staan vast.

En als dat allemaal afgesproken is of zelfs op papier staat, moet je nog gevoelsmatig vertrouwen hebben. Misschien moeten we die twee vragen die ik in het begin noemde nog aanvullen met een derde: zal deze dokter me ooit een placebo geven, een nepmiddel, en wat zou ik daar dan van vinden? In mijn dorp was er die huisarts met de prachtige naam Domingo. Eén keer gaf ie zo’n nepmiddel aan een patiënt, die dat vervolgens in de gaten kreeg. Nou was die patiënt toevallig een operaliefhebber, dus u begrijpt al wel welke bijnaam de arme dokter tot in lengte van jaren met zich heeft meegesleept: juist ja, Placebo Domingo.


© 2024 Toon van der AA