De overheid

Een paar weken geleden was er in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis een openbare discussiebijeenkomst. Zodadelijk zal een lid van de Cliëntenraad van het OLVG het daar ook over hebben, maar ik wil er nu even een opvallend puntje uitpikken.

De sprekers hadden het steeds over drie partijen in de gezondheidszorg: 1) de zorgvragers zoals u en ik; 2) de zorgaanbieders zoals huisartsen en ziekenhuizen; en 3) de zorgverzekeraars. Op een gegeven moment vroeg ik via de discussievoorzitter waarom niemand gerept had van de overheid als vierde partij, een overheid die zich immers sinds het einde van de 19e eeuw volop met de gezondheidszorg bemoeit. Mijn vraag werd echter door iedereen totaal genegeerd.

Nog voordat de socialistische beweging sterk werd, en in veel gevallen om deze de wind uit de zeilen te nemen, wierp in West-Europa de overheid zich op als beschermer van de zwakken in de samenleving, onder andere door een minimaal soort stelsel van openbare gezondheidszorg. Dat stelsel is de laatste honderd jaar gegroeid en geperfectioneerd, dit ten bate van álle burgers en onder leiding van de overheid. Naar gelang de politieke overtuiging van de zittende regering is dat dan meer of minder gedetailleerd, met meer of minder strenge regels, met meer of minder subsidie uit belastinggeld, enzovoorts. Als we willen kan de overheid zich terugtrekken uit deze rol, of kan ze die rol blijven vervullen, of zelfs versterken, wat we maar willen, dikke billen.

Wat we nú zien is dat de overheid zich aan het terugtrekken is. De halve gezondheidszorg is geprivatiseerd in concurrerende ondernemingen met hun eigen regels, de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt afgebroken, van overheidswege gegarandeerde patiëntenvoorzieningen staan onder druk. En dit alles gebeurt zonder veel principiële discussie. De drie traditionele, voorheen grote partijen CDA, VVD en PvdA hebben alle drie de privatisering bevorderd, evenals D’66 en nog een paar kleinere. Zij allen hebben de terugtrekkende overheid gepresenteerd als een soort onvermijdelijk natuurverschijnsel, net zo’n natuurverschijnsel als voortgaande schaalvergroting en internationale vervlechting. Nooit hebben ze ons in verkiezingstijd duidelijke keuzes voorgelegd voor meer of minder overheid of meer of minder markt met alle voor- en nadelen van beide keuzes. Nee, het ging altijd alleen om aanpassing aan zogenaamd onvermijdelijke ontwikkelingen, alsof menselijke keuzes daar niets mee te maken hebben.

Misschien zijn veel mensen, misschien waren ook de deelnemers aan die OLVG-bijeenkomst gehersenspoeld met het idee dat we niets meer te kiezen hebben en dat een sterke, genadeloze markt en een zwakke overheid het eindpunt vormen van een onomkeerbare historische ontwikkeling. In de politiek lijkt in elk geval niemand meer te geloven. Mijn grootouders konden dan toch nog het ingrijpen vragen van Onze Lieve Vrouwe de Heilige Maagd Maria.

Muziek:

Rachmáninov pianoconcerten, SPOOR 4, d.w.z. begin 2e concert; duurt 11’ dus zelf tijdig laten wegsterven

Mogelijke afkondigingstekst:

“Dit was een stukje uit het 2e pianoconcert van Sèrgei Rachmáninof [ja, zo uitspreken], een componist die van 1873 tot 1943 leefde eerst in Rusland later in de Sovjet-Unie, dat laatste een land met ontiegelijk overdreven overheidsinvloed op álles, inclusief de gezondheidszorg, ongezond gewoon. Dit 2e pianoconcert is Rachmáninof’s bekendste werk, maar zijn andere drie zijn ook de moeite waard hoor.”


© 2024 Toon van der AA