De feestdagen

Omdat ik u verder dit jaar niet meer spreek, luisteraars, val ik u nú maar lastig met bespiegelingen aangaande de komende feestdagen. Tenslotte ligt allerlei andere sint- en kerstrotzooi ook al maanden in de winkel.

Aan Zwarte Piet ontkomen we dus niet. Dat was in mijn kindertijd geen Italiaanse schoorsteenveger maar een via de missie gekerstende krompratende Congolees, jaja wij grensden aan België. Onze enige dorpscreool was lichter gekleurd, groter en veel slimmer dan al die opgewonden geschoensmeerde springertjes. Later vernam ik hoezeer de Surinamers onder onze koloniale heerschappij hadden geleden en in nog veel grotere mate de Congolezen onder het Belgische juk. Helaas was ik toen al te oud om nog een solidariteitsliedje voor hen te zingen.

Het enige wat me aan die zwarte jongens niet beviel, dat was dat ze ónverpakte pepernoten in elke kamer of zaal zomaar handenvol over de vloer strooiden waar iedereen met modderschoenen of strontklompen overheen gestiefeld had, dat vrat ik echt niet op hoor! Het zou niet de enige of grootste aanslag op de volksgezondheid blijken, waarvoor we de decemberfeestdagen verantwoordelijk kunnen stellen.

Leve de zwarten, vond ik dus uiteindelijk, maar ook: weg met de Sint! Deze onrechtvaardige kerkvorst die kinderen van rijke ouders grotere cadeaus gaf dan die van arme ouders: de rijke kinderen gingen soms zelfs per vliegtuig naar Spanje en de arme niet eens per zak! En had Sint wel gedeugd in de Spaanse Burgeroorlog, toen bijna alle bisschoppen de kant kozen van Hitlervriendje Franco?

Afijn, wij op 7 december misselijk van de gevulde speculaas, Sint weer de boot in, maar wie kwam er dan weer op z’nen ezel aanzetten? Juist ja, kindje Jezus met zijn ouders en zijn boterletters! Na enige jaren vergezeld door de Kerstman, deze seculiere Amerikaanse broer van Klaas. En wat moddervet was die kerel altijd, zeker op het feest van zijn broertje alles opgeschranst wat wij niet meer lustten. Zielig voor die rendieren die dat allemaal moesten trekken, door de lucht nog wel, wat een lange startbaan zullen die nodig gehad hebben.

De Kerstman heeft me wel aan het denken gezet over dikke mensen, waarvan sommigen onmatig zijn maar dat niet kunnen helpen en anderen zelfs helemaal niet onmatig eten maar toch corpulent blijven, wat een rotstreek van de natuur. Ikzelf heb altijd makkelijk praten gehad want wat ik ook verorberde ik hield het postuur van de immer slanke heiligenbeelden – die zouden ook wel eens emanciperend gezet mogen zijn.

Ik blijf het vreemd vinden dat een geboortefeestje dat in een grot in Bethlehem begon met een paar droge hosties en beetje miswijn uit een ezelin, is kunnen uitlopen op de collectieve culinaire zelfmoordpoging die het inmiddels is. Dit alles opgeluisterd door een paar onhistorische schertsfiguren in een muf rood pakje en met een nepbaard. De wegen der folklore zijn ondoorgrondelijk.

Nee, ik ga deze feestdagen in met matige eet- en drinkvoornemens en laat mij inspireren niet door Sint of Santa maar heel vroom door de heilige Maria, eh, Magdalena.

Muziek

(na 3 à 5 seconden graag):

van de CD ‘Spanish Fantasy’ SPOOR 3, M. de Falla; duurt eindeloos, dus op teken of afspraak laten wegsterven

Aanbevolen toelichting:

“We luisterden naar een fragment van het muziekstuk ‘Nachten in de tuinen van Spanje’ van de Spaanse componist Manuel de Falla [uitspr.: manwèl de fàlja], die leefde van 1876 tot 1946. Wij vermoeden dat Sinterklaas in deze tuinen en bij deze muziek romantische momenten heeft meegemaakt.”


© 2024 Toon van der AA