Vrouwen die vlogen en vochten

Hoewel nog steeds de meeste mensen vinden dat vliegen vooral een mannenzaak is, hebben vanaf het begin ook vrouwen de vleugels uitgeslagen. Of liever, eerst zijn ze opgestegen in luchtballonnen, op het einde van de achttiende eeuw, maar toen begin twintigste eeuw het gemotoriseerde vliegtuig verscheen stapten enkele dappere dames al gauw in.

Dapper, omdat vliegen toen nog bloedgevaarlijk was. Dames, omdat het vrouwen uit gegoede kringen betrof, die het konden betalen en door hun geld ook onafhankelijk waren om te doen wat ze wilden. Tegelijk stonden zij erop om hun vrouwelijkheid te bewaren, en nadat in die eerste, zeer open en winderige vliegtuigjes alle rokken lustig waren opgewaaid is daarom naar verluidt de strompelrok uitgevonden (internet: www.hobbleskirt.com). Later ging men broeken en vliegoveralls dragen. En in de jaren 1930 haalden diverse vrouwen de voorpagina’s met spectaculaire recordvluchten.

De meeste mensen beschouwen ook vechten als iets voor mannen. Er valt over te twisten of dat in zekere zin klopt, maar al vroeg in de geschiedenis hebben een klein aantal vrouwen deelgenomen aan oorlogshandelingen. Roemrucht zijn natuurlijk de mythische amazones, maar ook enkele vorstinnen die hun troepen op het slagveld leidden zoals de Keltische koningin Boudicca. En in sommige conflicten hebben speciale vrouweneenheden meegestreden, bijvoorbeeld in de Russische burgeroorlog (1917-1921), nota bene aan de kant van de conservatieve Witten.

Zowel vliegende als vechtende vrouwen zijn steeds bejegend met een mengsel van morele afkeuring, neerbuigend paternalisme en beschermende bezorgdheid. Kun je nagaan hoe men dacht over de combinatie ervan…

Pas in de Tweede Wereldoorlog konden vrouwen in grote aantallen toetreden tot leger, luchtmacht en marine. Daarvóór lukte dat slechts een enkeling. Een beroemd voorbeeld was Sabiha Gökçen, de geadopteerde dochter van de Turkse dictator Kemal Atatürk, waarschijnlijk de eerste vrouw die een gevechtsmissie uitvoerde, in 1937 (helaas was dat een aanval op Koerdische vrijheidsstrijders). In Duitsland maakte inmiddels de zweefvliegster Hanna Reitsch furore; in de oorlog zou ze testpiloot worden voor Hitlers Luftwaffe.

De Tweede Wereldoorlog

Toen de Wereldoorlog uitbrak boden talloze vrouwen hun diensten aan, ook veel (sport)vliegsters, maar aanvankelijk stuitten ze op de bekende vooroordelen over hun beperkte bekwaamheden (net als bij zwarte vliegers overigens) en gevaren voor hun vrouwelijkheid. In Engeland en Amerika werden ze uiteindelijk georganiseerd in een hulpdienst voor het overbrengen van vliegtuigen vanuit de fabriek naar militaire bases, en zij deden dat met een zorgvuldigheid en betrouwbaarheid die hun mannelijke collega’s vaak in de schaduw stelde. Een anekdote gaat over een Brits vliegtuigtype waar frontpiloten niet zo dol op waren wegens zijn beweerde moeilijke gedrag. Toen ergens een nieuw exemplaar werd afgeleverd maakte dat boven de hoofden der mannen verbazingwekkende capriolen alvorens te landen. Vervolgens stapte de vlieger uit en golfden de lange blonde haren vanonder de afgezette vliegenierskap over haar schouders. Het vliegtuigtype was niet meer impopulair. En In Roemenië tenslotte vloog een heel eskader van vrouwen gewondenvervoer. Wie geeft meer informatie?

De Russinnen

In slechts één land zijn vrouwen ingezet voor gevechten in de frontlinie, namelijk in de Sovjet-Unie (niet alleen in de lucht, ook in tanks en als scherpschutter enz., al heeft dat minder publiciteit gekregen). Dat land liet zich voorstaan op zijn progressieve politiek en had flink wat propaganda gemaakt met recordvluchten door vrouwelijke vliegeniers. Toch was nog een flinke lobby nodig van Marina Raskova, de bekendste van die recordhoudsters, om haar jonge collega’s aan de stuurknuppel te krijgen van jachtvliegtuigen en bommenwerpers. Drie aparte regimenten werden opgericht, elk met ongeveer 40 vliegtuigen en enkele honderden vrouwen als lucht- en grondpersoneel (waaronder een aantal mannen). Langzaam werden de vooroordelen op verschillende bevelsniveaus overwonnen en konden ook deze vrouwen bovengemiddeld gaan presteren. Zij onderscheidden zich tevens van hun mannelijke collega’s door bij een bepaalde vliegtuigsoort na een vlucht het inmiddels hete koelwater af te tappen om hun kleren en haren mee te wassen.

Natuurlijk deden ook verhalen de ronde als van de gevechtsklare jachtpilote die onderweg in paniek raakte van een muis in haar kleine cockpit…

Een heldhaftige rol speelden de vrouwen in lichte tweedekkertjes, die ’s nachts laag boven de Duitse linies kleine bommen afwierpen grotendeels om de vijand uit zijn slaap te houden. Zij kregen van die vijand de geuzennaam ‘Nachtheksen’, maar leden wel zware verliezen. Een bijzonder voorval was later in de oorlog het bezoek van een generaal, die bij inspectie hun slecht zittende (mannen)uniformen zag en voor een partij rokken zorgde; ze schijnen daar ’s zomers zelfs in te hebben gevlogen.

Lydia Litvyak

Een andere taak hadden de jachtvliegeniers, die het gevecht aangingen met Messerschmitt’s, Focke-Wulf’s en dergelijke. Twee ervan hebben de ‘aas’-status bereikt, een internationaal aanvaarde eretitel voor wie vijf of meer vijandelijke vliegtuigen heeft neergeschoten. Topscorer en het meest tot de verbeelding sprekend was Lydia Litvyak (ook wel Lylja geneomd). Haar bijnaam was ‘De Roos van Stalingrad’, naar de bloem [en eigenlijk was dat een lelie] en naar het frontgebied waar zij haar meeste en ook haar laatste missies uitvoerde.

Lydia was een opmerkelijk iemand: buitengewoon kundig en agressief in het luchtgevecht en uitgesproken meisjesachtig daarbuiten. Tegen de regels in versierde zij bijvoorbeeld haar uniformkraag en in de cockpit van haar Yak-jachtvliegtuig nam ze steeds een bosje bloemen mee – dat dan altijd werd verwijderd door de mannelijke piloot die na haar hetzelfde toestel gebruikte (ze vloog in een gemengde eenheid van hoge reputatie).

Nadat Lydia in totaal naar schatting 12 vijandelijke toestellen had neergeschoten werd zij op 1 augustus 1943 voor het laatst gezien, terwijl ze werd achtervolgd door acht Duitse jagers. Pas in 1979 is haar vermoedelijke lichaam gevonden en in 1990 kreeg zij van president Garbatsjòf alsnog de onderscheiding ‘Held van de Sovjet-Unie’. Waar blijft die film…?

Van aanrecht weer tot cockpit

Na de oorlog werden vrouwen weer van eerstelijns militaire functies uitgesloten; vele vliegeniersters gingen letterlijk terug naar het aanrecht, ook de Russinnen. In ondersteunende diensten waren ze nog welkom, zoals bij ons in de LuVA, de Luchtmacht Vrouwen Afdeling. Pas in de jaren ’70 kwamen bij enkele strijdkrachten weer de eerste vrouwelijke vliegers in dienst, Nederland volgde 1986 met Nelly Speerstra. Vandaag de dag worden straaljagers als de F-16 in een (klein) aantal landen bestuurd door een (klein) aantal vrouwen. Zal het ooit 50% worden?

Aanbevolen afbeeldingen via internet: zoek Sabiha Gökçen ; of Polikarpov Po-2 (vliegtuig van de ‘nachtheksen’); of Lydia Lytviak of Yak/Lydia Lytviak. Voor boekenlijstje contact mij.


© 2024 Toon van der AA