Zelfmoord in Nederland

Kortgeleden werd ik opgeschrikt door een zelfmoord in mijn omgeving. Ik leef mee met de nabestaanden, in dit geval speciaal met de weduwe.

In 2013 kozen in Nederland ruim 1800 mensen zelf de dood. Dit valt weliswaar in het niet bij de bijna honderdduizend slachtoffers van kanker en hart- en vaatziekten, maar het is drie keer zoveel als het aantal verkeersdoden. En driedúizend keer zoveel als de 0,6 dode per jaar bij terroristische daden, als we kijken over de laatste vijftig jaar en dus de Tweede Wereldoorlog niet meetellen.

De Tweede Kamer heeft een miljoen euro uitgetrokken om de oorzaken van al die zelfmoorden te bestuderen. Ook als je ervan uitgaat dat dit bedrag komt bovenop, ik gok maar wat, een ton of zo dat nú misschien her en der al aan dergelijke studies wordt uitgegeven, dan blijft het natuurlijk een belachelijk bedrag vergeleken met de ruim 2 miljard die jaarlijks wordt besteed aan verkeersveiligheid. Of met de ruim 120 miljoen aan terrorismebestrijding.

Die oorzakenstudie zal vroeg of laat ook moeten gaan over de manier waarop we ons leven en onze maatschappij hebben ingericht. Die maatschappij wordt steeds ingewikkelder en jachteriger, al is ons levensdoel eenvoudiger geworden, namelijk consumeren tot je d’r bij neervalt. De hele dag worden we knettergek gemaakt met reclame en voorlichting die ons verwijten dat we een dief zijn van eigen portemonnee als we niet voortdurend vergelijken, voordelen zoeken, overstappen en kopen. Het aantal mogelijkheden en modes in de digitale communicatie explodeert op dagbasis. De ene reorganisatie van onderwijs, gezondheidszorg en hulpverlening volgt op de andere, en steeds wordt daarbij onze volle participatie en medeverantwoordelijkheid verondersteld. Wie dat allemaal niet kan bijhouden heeft zijn kans gehad en mag niet klagen over een laag inkomen en een lage maatschappelijke status.

Het lijkt me geen wonder als een stijgend aantal mensen onder die druk bezwijkt en zelfs het leven vaarwel zegt, als dat leven moet onder deze onhaalbare voorwaarden. De frustratie om steeds maar achter te blijven bij medeburgers die heus niet moreel hoogstaander zijn, de vernedering om alsmaar het lulletje rozenwater te wezen, het wordt op een zeker moment teveel.

Dat kan mijns inziens allemaal enkel maar verholpen worden door een ommekeer, naar onthaasting en ontcomplicatie.

Het is bitter symbolisch, dat de bekendste pleitbezorgster van onthaasting, politica Els Borst, dat juist zij een jaar geleden werd vermoord. De onthaastingsidealen waren haar al voorgegaan. Het socialistische ideaal van een steeds kortere werkweek ten bate van culturele en sociale activiteiten is ingeruild voor een steeds langer werkleven ten bate van materiële rijkdom; het christelijke en conservatieve ideaal van de harmonische samenleving is verlaten ten gunste van moordende competitie. Ecologische idealen knabbelen slechts aan de marges. Alleen het neoliberale ideaal van die moordende competitie, dat floreert. En geen partij die het inruilen van wat materiële welvaart wil of durft bepleiten, nou ja misschien een of twee kleintjes – waar u dan maar op moet gaan stemmen.

Mocht ooit ook míjn tijd komen om eruit te stappen, dan zal ik zeker een brief op poten achterlaten, dat snapt u wel. Of ik laat gewoon deze column nog een keer afdraaien.

Muziek na afloop

(na drie seconden stilte graag, dank je Michiel):

Henry Purcell, SPOOR 12, Dido and Aeneas, duurt 7’22”, dus met Olga afspreken of haar ter plaatse laten beslissen wanneer je wegdraait, oké?

Suggestie voor afkondiging door Olga

(excuus voor misschien overbodige uitspraakaanwijzingen):

“We hoorden zojuist een stukje uit de opera Dido and Aeneas [uitspr. dído end enéas] van de Britse componist Henry Purcell [hènrie pùrsel], die leefde van 1659 tot 1695. Het was uit de aria ‘When I am laid in earth’, zoals u hoort ultieme treurmuziek, of er nu zelfmoord aan te pas is gekomen of niet.”


© 2024 Toon van der AA