Valentijnsdag

Vandaag 14 februari is het Valentijnsdag, en voor het eerst van mijn leven heb ik een kaart aan iemand gestuurd, anoniem zoals het hoort, maar met wat intelligentie wel naar mij te herleiden zoals het misschien óók hoort. En ik voel me een beetje ziek van angst dat het resultaat helemaal averechts kan uitpakken.

Ziek van liefdesangst of in meer algemene zin van verliefdheid. Een Japanse ondernemer haalde onlangs de krant door sommige van zijn werknemers een of meer dagen vrij te geven in het geval van liefdesverdriet. Hij vergelijkt de toestand met een ziekte, en terecht.

Vanuit de eigen beleving kunnen velen van u ook meepraten over het koortsige of duizelige gevoel dat optreedt bij een stevige verliefdheid. Of van het wanhopige, misselijk makende gevoel als iemand je verlaten heeft of niet op je vertwijfelde avances ingaat.

Objectief gezien brengen verliefdheid of liefdesverdriet soms ernstige lichamelijke bijverschijnselen met zich mee zoals niet goed of juist teveel eten, teveel drinken, slecht slapen e.d. Dat leidt niet alleen tot een onbekende hoeveelheid productieverlies, maar stellig ook tot verkeerde of onvolledige diagnoses bij huisarts of specialist en dus ontoereikende zorg.

Verder kan een verliefdheid zich natuurlijk ontwikkelen tot een obsessie of leiden tot traumatische frustraties, en dan is het een zaak van geestelijke gezondheid met soms langdurige behandelingen.

De actie van de Japanse ondernemer is hier niet nagevolgd. Een aantal jaren geleden had je zogeheten ‘baaldagen’ die een werknemer kon opnemen, ik weet niet of die nog bestaan. En weliswaar hoef je in Nederland niet halfdood te zijn om je ziek te melden, maar de reden ‘liefdesverdriet’ wordt vast niet door de afdeling Personeelszaken geaccepteerd. Het is weer allemaal arbeidsethos dat de klok slaat, met zo lang mogelijke werkweken en zo laat mogelijk pensioen. De beleidsmakers die hierover gaan, die zijn waarschijnlijk bang voor de liefde en voor het leven.

Psychiaters, psychologen en seksuologen helpen u alleen bij ernstige complicaties van liefdesperikelen, maar weten vrijwel niets van doodgewone relatiebemiddeling of van versiercursussen, dat laten ze over aan overbezette sociaal-psychiatrisch werkers en aan de chaotische commercie. Ook uw huisarts, toch alom voorgesteld als uw eerste vertrouwenspersoon, blijkt hierin volstrekt onkundig tijdens uw diepgaande gesprek van tien minuutjes. Inzake de bekwaamheid van het maatschappelijk werk op dit terrein verneem ik nooit iets, hetgeen mij niet geruststelt…

Misschien hoort dit hele gebied van gemoedstoestanden ook niet bij de zorgsector thuis, zegt u, maar bij familie en vriendenkring. Het probleem is alleen, dat we daar niet hebben geleerd om de liefde serieus te nemen. Ze wordt gegeneerd weggelachen of onder verwijzing naar goddelijke voorschriften tot onvermijdelijk levenslot verklaard, waar plicht heerst en geen plezier. Moeten we nu echt wachten op een verre nieuwe generatie die iets geleerd heeft van levenskunst?

En daarmee mezelf en misschien u ook nog wat ellendiger gepraat dan hoe ik begon. Dat hoort ook bij een liefde die mogelijk hopeloos zal blijken. Kan Valentijnsdag die ramp nog keren?


© 2024 Toon van der AA