Tel uw zegeningen

Sommige onhebbelijkheden van onze ouders willen we voor geen goud van hen overnemen. In mijn geval, en wel in meer gevallen, betreft dat een onredelijke, verwijtende klaaglijkheid naar de maatschappij, in het bijzonder als het gaat om ons welvaartspeil. Voortdurend beweerden ze dat de lonen steeds lager werden en de belastingen steeds hoger, al was de dag vantevoren nog een accijns verlaagd of de kinderbijslag verhoogd, en al kon ik hen met statistieken om de oren slaan die ik had geleend uit de schoolbibliotheek. “Jao, dê’s ollemol theërie”, was dan het antwoord, en ze namen nog kopje koffie met slagroom dat twintig jaar eerder half uit cichorei had bestaan, ja weet u het nog, Buysmans’ koolgruisachtige smaakversterker?

En nu zat ik hier als bejaarde eenentwintigsteëeuwer met vrienden op een terrasje te klagen over het afkalven van de zorg en de inkomens, zonder zorg over de rekening voor de drankjes want die nam ik wel voor mijn rekening want daarvoor had ik genoeg inkomen.

Nou hadden die vrienden wel enige reden tot klagen, ze waren namelijk in een pechsituatie terechtgekomen die te maken had met het bezuinigingsbeleid van de regering, en datzelfde geldt voor meer Nederlanders, waaronder vast ook een aantal onder u luisteraars. Maar verreweg de meesten van ons zijn er de laatste jaren maar een paar procentjes op achteruitgegaan en op langere termijn totaal niét; laat dat uw kleinkinderen maar eens nakijken in de schoolbibliotheek.

De publiciste Sheila Sitalsing trekt in De Volkskrant van 25 april van leer tegen het chagrijn en cynisme dat zoals ze zegt momenteel heerst, terwijl we toch in een paradijs leven. En zeker als je vergelijkt met veel buitenland of met onze jaren ’50 en daarvóór heeft Sitalsing natuurlijk gelijk – nogmaals, uitzonderingen daargelaten. “Tel uw zegeningen”, zegt Sitalsing, en zij oppert zelfs de mogelijkheid, dat een tekòrt aan nog openstaande welvaartswensen ons ontevreden heeft gemaakt.

Haar collega Charles Groenhuijsen geeft in NRC Next van 18 mei de media de schuld van ons “sombere cynisme”, zoals hij het noemt. Die media weigeren immers om goed nieuws door te geven doch blijven hameren op rampspoed hier en onrecht daar. Terwijl er toch op het gebied van de wereldwijde armoedebestrijding veel vooruitgang valt te melden, en zo noemt hij meer voorbeelden.

Radio Signaal behoort met ere tot de media en zou dus enig zelfonderzoek kunnen gaan plegen. In mijn zijdelingse rol van columnist mag ik daar wel een voorschotje op nemen.

Radio Signaal gáát natuurlijk over gezondheidszorg, is er nu eenmaal voor opgericht, en vanzelf vliegen dan de ziektes en de handicaps je om de oren, kijkdaargaaterweereen. En dat doet pijn, reden om wat somber te zijn. Maar men behandelt hier de zorg of soms het gebrek aan zorg kritisch doch doorgaans ook genuanceerd; menige goede ontwikkeling in zorgland komt voor deze microfoon aan bod; en telkens wordt u opgeroepen om uw licht op te steken, uw solidariteit te betuigen, ergens aan mee te doen. Dat is een positieve grondhouding, zoals een bekend politicus het ooit eens uitdrukte. Ik stel voor dat u aan het einde van dit programma de adresgegevens van Radio Signaal weer eens opschrijft, of op internet even onze naam intikt, en ons laat weten of u het met mij eens bent.

Muziek,

s.v.p. na ca. drie seconden:

Van CD ‘Danses Classiques’ SPOOR 15, Voix du Printemps/Frühlingsstimmen van Johann Strauss; duurt 6’35”, dus voortijdig wegdraaien hè. Volume is matig luid over het hele nummer.

Mogelijke afkondiging:

“Dit was een stukje uit een wals uit 1882 genaamd Frühlingsstimmen [frúúliengsjtiemen], zeg maar lentestemming, door de bekende Oostenrijkse componist Johann Strauss senior, die leefde van 1825 tot 1899. Positiever dan dit valt het eigenlijk niet te krijgen, toch?”


© 2024 Toon van der AA