Psychosomatisch

Negentien jaar geleden ging ik bijna de pijp uit als gevolg van een hevige hartaanval, die eerst werd aangezien voor een gezellige hyperventilatie. Voor de dienstdoende artsen en verplegers kwam hyperventilatie, waarbij je in een soort angstaanval je ademhaling niet meer goed op orde hebt, kwam dat in de buurt van hypochondrie, oftewel ingebeelde ziekte. En voor sommigen was dat dan weer hetzelfde als aanstellerij.

Door te laat ingrijpen kreeg ik zo een forse hartbeschadiging, en als nieuwbakken mindervalide was ik daar ietwat pissig over. En een jaar later overkwam me potdomme iets soortgelijks, en werd mijn zware buikpijn in eerste instantie geacht tussen mijn oren te zitten, terwijl het later door een aderverstopping bleek te komen, lekker hoor.

Toch was ik niet alleen verontwaardigd om de verkeerde diagnoses. Nee, ik voelde me ook beledigd omdat men kennelijk mijn geest zwak genoeg schatte om tot ingebeelde lichamelijke klachten te komen. En dat was eigenlijk wel raar, aangezien ik al jaren ervaring had met een kwaadwillige bovenkamer, met andere woorden ik was, en ik ben nog steeds psychiatrische patiënt. Dat klinkt afschrikwekkend hè, psychiatrisch patiënt – nee, ik doe niet mee met dat verzachtende cliëntgedoe.

Ik was ook al jaren actief in de psychiatrische-patiëntenbeweging, en daar deed men onderling tamelijk open over allerlei stoornissen en diagnoses en benamingen, maar naar de buitenwereld tamelijk wantrouwig. Over het grensgebied tussen het lichamelijke en het psychische, over het psychosomatische dus, daarover werd echter weinig gesproken dat leek ook bij ons een taboegebied.

Dit laatste kwam en komt natuurlijk voor een deel doordat somatische ziekte door psychische toestanden vaak als restantverklaring wordt opgevoerd: de dokter kan de oorzaak niet vinden, daarom moet het wel tussen de oren zitten. En zoals toen bij mij is dan de stap naar hypochondrie zo gemaakt. Het is heel frustrerend en vernederend als je met pijn of ongemak zit maar de dokter het lijkt op te geven en je wat neerbuigend lijkt te zeggen dat karakterzwakte dus wel de oorzaak zal zijn.

De bekendste psychosomatische aandoeningen zijn die hypochondrie en daarnaast het münchhausensyndroom, waarbij men zichzelf beschadigt om medische aandacht te krijgen; speciaal eng is münchhausen bij volmacht, waarbij men iemand ánders beschadigt, vaak een eigen kind. Voor deze aandoeningen bestaan bij mijn weten geen patiëntenverenigingen, zó schaamtevol zijn ze kennelijk.

Als andere psychosomatische ziekte wordt soms de chronische-vemoeidheidstoornis ME genoemd, maar de lijders daaraan – en zíj hebben wel dégelijk een patiëntenorganisatie –  die worden dan onmiddellijk boos, omdat zij zich daarmee niet serieus genomen voelen. En dat is gedeeltelijk terecht, wegens de houding van sommige medici die het psychosomatische dus als restantenbak gebruiken. Maar het is ook een tikje kortzichtig, want het hebben van een psychisch probleem is als de donder geen schande.

Ik voel mij zelfs op mijn beurt als psychiatrisch patiënt beledigd door allerlei ME-snuiters, die zelf doordat ze per se geen snippertje psychiatrische diagnose willen óók doen alsof het psychische minderwaardig is. Ze zouden eens moeten weten wat voor bloedserieuze prachtafwijkingen wij gekken soms vertonen, ja dit was een grapje hè, stelletje zuurpruimen, lach dan! – desnoods als een boer met psychosomatische kiespijn.

Muziek voor Michiel:

Pianoconcert no.1  van Sjastakóvietsj, deel 2 = SPOOR 2

Duurt 7’55”, dus i.o.m. Olga eerder wegdraaien, zo vloeiend mogelijk want het is zachte muziek.

Mogelijke afkondigingstekst voor Olga:

“Dit was een stukje uit het tweede deel van het eerste pianoconcert van de Russische componist [spreek uit:] Dmiétrie Sjastakóvietsj, die leefde van 1906 tot 1975. Na de pijn van de column leek dit ons een beetje balsem op uw ziel.”


© 2024 Toon van der AA