Ondraaglijk dierenleed

In de laatste Poezenkrant, nummer 63, daar stond iets in dat ik nog niet wist en waardoor ik echt van slag raakte. Een prachtig blad overigens, die Poezenkrant, verkrijgbaar in de betere boekhandel. Maar nu stond erin, dat katten vanaf hun achtste levensjaar vaak last krijgen van artrose. Dat is een ziekte in de gewrichten waardoor het kraakbeen wegslijt en de botten rechtstreeks tegen elkaar gaan schuren.

Ik heb zelf al een aantal jaren last van artrose, wat we met fysiotherapie en thuisoefeningen inmiddels behoorlijk onder controle hebben maar die me eerder forse pijnen heeft bezorgd, ik heb mezelf wel dood gewenst. En nu krijg ik vaak een akelig gevoel zodra ik een oudere kat zie lopen: misschien lijdt het arme dier wel aan die pijnen, zonder dat het baasje daar benul van heeft.

Dieren die ziek zijn of pijn lijden zonderen zich dikwijls af en sterven dan in stilte. Dit is een instinctieve handelwijze, dus niet beredeneerd. Laat staan dat er honden-, katten- en konijnencommissies bestaan om die zelfgekozen dood te beoordelen, zoals daar wel mensencommissies voor zijn.

Verder weten we weinig over de lijdenservaring van dieren. Wel maken we verschil tussen diersóórten, en we schatten het lijden van een vlieg die wordt platgeslagen lager in dan dat van een hondje dat een schop krijgt.

Maar het dier maakt niet altíjd zelf een einde aan zijn leven, en ook dát kan trouwens lang duren. Daarom zullen wij de hele discussie over ondraaglijk lijden of voltooid leven, dat bij ons mensen de reden vormt voor de meeste zelfmoorden en euthanasieën, zullen wij dat voor de dieren óók op ons moeten nemen. In het bijzonder voor ons eigen huisdier. Het scheelt daarbij wel, dat we voor dieren geen levensbeschouwelijke argumenten hanteren, dus dat bijvoorbeeld Fikkie door zou moeten blijven leven omdat onze godsdienst dat nu eenmaal voorschrijft.

Daar staat dan wel weer de moeilijkheid tegenover, dat onze liefde voor dieren nogal eens erg bezitterig is, en we soms bereid zijn om het arme beest via fokken, africhten en dwangvoeden te mismaken totdat het aan onze smaak voldoet. Wat een misstand!  Echter naar mijn mening is het óók een misstand, als we een lief dier met allerlei medische kunstgrepen in leven houden terwijl de dood een verlossing zou betekenen. Een méns kan daarvoor zelf kiezen, een dier niet. En dat dier rekent in zijn afweging ook niet mee dat het eerst nog een vakantiereis zou willen maken of het aanstaande kleinkind eerst nog wil zien.

Dit zou de keuze voor ons iets makkelijker moeten maken: onze poes of hondje of kanarie of wat dan ook liéver laten inslapen wanneer we nog niet zéker weten dat het lijden ondraaglijk groot is, dan uit verkeerd begrepen liefde dat einde alsmaar uitstellen en het lijden verlengen. Hier vraagt onze verantwoordelijkheid een offer van ons: éérder afscheid nemen van onze dierbare huisgenoot dan médisch mogelijk is. Als u dat kunt opbrengen, beste luisteraar, dan bent u een waarachtig en dapper dierenliefhebber. Ik leef met u mee.

Muziek voor Michiel:

eerst heel graag vier à vijf seconden stilte, daarna van de CD ‘A Nordic Festival’ SPOOR 6: ‘Dans van de schaapherderin’

Duurt 3’55”, dus in overleg met presentator eerder geleidelijk wegdraaien. Deze muziek is matig zacht.

Mogelijke afkondiging door Jan:

“We hoorden zojuist een stukje uit ‘De dans van de herderin’, uit een ballet van de Zweedse componist Hugo Alfvén [spreek uit: hóego alféén], die leefde van 1872 tot 1960. Dat klonk heerlijk luchtig, maar de herderin zal zeker wel eens een dier dat gewond was uit zijn lijden hebben verlost.”


© 2025 Toon van der AA