Mensen als kostenpost

Het zal u niet ontgaan zijn, luisteraars, dat ayatollah Geert Wilders kledingvoorschriften wil invoeren, dus dames als een hoofddoek u ook maar enigszins staat gaat u hem hopelijk dragen.

Eerder was gedoe ontstaan over Wilders’ vraag om de kosten te berekenen van onze allochtone landgenoten. Natuurlijk had W. daar geen neutrale of welwillende bedoelingen mee maar wil hij mensen buiten houden of misschien zelfs het land uit lazeren als we ze te duur vinden.

Toch staat hij met die achterliggende bedoeling niet echt alleen, want kortgeleden hoorden we de voormalige PvdA-minister van financiën Willem Vermeend voor de radio verklaren dat Nederland in het algemeen alleen mensen moet opnemen waaraan per saldo te verdienen valt. En eigenlijk is dat al jaren-, zelfs eeuwenlang beleid. Die beroemde Nederlandse toegankelijkheid betrof vooral vluchtelingen en andere buitenlanders met centen of met groot arbeidspotentieel, en de rest werd zoveel mogelijk buiten de deur gehouden. Dat is overigens in meer of mindere mate het beleid van álle landen, altijd geweest.

Nu hoeft er geen taboe te liggen op het berekenen van de kosten van bevolkingsgroepen. Met de gezondheidszorg gebeurt dat voortdurend, en voortdurend worden op basis daarvan keuzes gemaakt om sommige soorten patiënten tijdelijk meer te helpen dan andere, en er wordt ook een algemeen maximum ingesteld. Dat kán ook niet anders, aangezien de noden altijd hoger zijn dan de totale middelen om iedereen volledig te helpen.

Maar we vinden inmiddels wél, dat zwakke, zieke en misselijke mensen aan hulp en verzorging méér mogen kosten dan dat ze aan arbeidsproductiviteit opbrengen. Dat standpunt is een teken van beschaving. Nu nog hetzelfde principe toepassen op mensen uit arme landen alstublieft.

Die kostencalculatie van immigranten gaat gebeuren. En ik hoop, dat ze zwaar negatief uitvalt voor onze nationale boekhouding. Dus dat wij als bátavieren flink hebben moeten toeleggen op de kosten van al die árabieren. Dat betekent immers, dat we armere maatschappijen van een last verlicht hebben, gesubsidieerd hebben, geholpen hebben.

Ik moet er niet aan denken dat we ten koste van onze gastarbeiders nóg rijker blijken te zijn geworden. Ook al valt vermoedelijk te berekenen dat allochtonen zelf en hun thuislanden eveneens voordeel hebben gehad van de trek naar West-Europa, ik wil niét dat wij westerlingen er het méést van geprofiteerd hebben.

In een eerdere column heb ik al eens de loftrompet gestoken van dat overheidsadviesorgaan, dat het liefst juist ziéke en gehándicapte kinderen uit het buitenland wilde laten adopteren. Zo moeten we het volgens mij ook doen met ongeschoolden, criminelen, gehandicapten, met zoveel sukkels en sloebers als maar mogelijk is.

En verder maak ik me zorgen. Als het ons niet gaat lukken om dezelfde solidariteit aan te leren met de Derde Wereld die we tegenover zieken en gehandicapten in eigen land hebben aangeleerd, die dus meer mogen kósten dan ze opbrengen, dan maak ik me zorgen of die bínnenlandse solidariteit wel stand blijft houden. Het is helemaal geen niet uitgesloten, dat onze op dit punt verworven beschaving weer verloren gaat. Lichamelijk, verstandelijk en psychisch gehandicapten mogen zich daarom best bedreigd voelen door hele en halve racisten die zich nú nog alleen tegen buitenlanders en allochtonen keren.

Muziek

Van de ‘Russian Fairy Tales’ CD nr.2 (maar nr.1 heb ik er al uit gehaald als het goed is) SPOOR 5: In the Steppes of Central Asia.

Aanbevolen afkondiging:

“We hoorden zojuist van de Russische componist Aleksàndr Baròdien, die leefde van 1833 tot 1887, zijn muzikale impressie ‘In de steppen van Centraal Azië ‘, uw weet wel, Kàzakstaan en Tadzjiékiestaan en Verwèggistan, waar veel moslims wonen met hoofddoeken en tulbanden, mensen die best wel wat hulp van Nederland kunnen gebruiken.” 


© 2024 Toon van der AA