Liegen bij de dokter

In mijn geboortedorp woonde een man van wie we de naam, in elk geval de achternaam nooit gebruikten en daardoor ook nauwelijks meer kenden. Wij duidden hem aan als  Jan Lieg, nou ja op z’n Brabants dan eigenlijk Jan Lieech. Jan stond namelijk bekend om zijn nonchalante omgang met de waarheid. De meest flagrante gevallen waren eigenlijk best onschuldig omdat vrijwel niemand erdoor misleid werd; zoals zijn stellige bewering dat ie tijdens zijn militaire dienst in Indië een ijsbeer had geschoten.

Jan loog ook tegenover de dokter. Hij hield daar bijvoorbeeld bij hoog en bij laag vol dat ie slechts zeer weinig alcohol nuttigde, gewoon een beetje voor de doorbloeding, terwijl zijn huisarts hem verzekerde dat met zijn lever wel een weeshuis was te voeden — met wat peper en zout dan dus.

We hebben allemaal wel eens gelogen bij de dokter. Dat begint al in onze kinderjaren bij de tandarts, dat we echt wel elke avond poetsen en dat die gore glans veroorzaakt moet zijn door een geheimzinnige ziekte maar dat we de komende tijd extra ons best zullen doen, niet boren alstublieft!

Die combinatie van gemakzucht eerst en angst later is gedurende ons hele leven waarschijnlijk het meest voorkomende patroon. Eerst zijn we te belazerd of te moe of te laks of te slap om onze tanden te poetsen, onze medicijnen in te nemen, ons dieet te volgen of onze oefeningen te doen. Komt dan de dag der afrekening, ofwel het bezoek aan onze arts of andere medische hulpverlener, dan zijn we bang voor de consequenties: boze dokter, verhoogde premie, geweigerde hulp, of alleen de afgang al…! Liegen dus!

Bij de tandarts kwam in mijn kinderjaren de angst erbij, dat ie je extra pijnlijk zou behandelen door de boor een paar keer heel eventjes een beetje te laten uitschieten. Ik poetste dus een week lang vooraf als een dolle want ik was ook te bang om te jokken; andere kinderen verzonnen leugens.

Mijn moeder vertelde me een leuke variant, die zich vooral bij militairen voordeed. Soldaten namelijk hadden allemaal wel een buitenechtelijk liefje in elke kazernestad, die zedeloze vlegels. Maar als ze dan een geslachtsziekte opliepen dan was de legerarts niet zachtzinnig met hun snikkel, o nee; ach wisten wij veel van antibiotica. In elk geval, zo kwamen de wanhopige verzinsels over besmette wc-brillen de wereld in, je zou er bijna contactlenzen voor aanschaffen. Ik waste me dus ook beneden als een dolle en vertel u niet welke andere voorzorgsmaatregelen ik trof.

Ernstiger, veel ernstiger kan het zijn wanneer we symptomen als pijn, misselijkheid of ongemak ontkennen. Omdat we bang zijn voor een gevaarlijke ziekte of voor een afschuwelijke behandeling. Hier is sprake van een magische reflex: verzwijgen zal de kwaal doen verdwijnen. Een irrationele en averechtse reflex, maar wel een krachtige. Daarbij liegen we ook tegenover onszélf.

Minder erg maar vaker voorkomend zijn  leugens over therapietrouw. Want het valt niet mee om je nauwkeurig aan je dieet te houden tussen al die verleidingen. En de bochten waarin je fysiotherapeut of haptonoom je in haar oefenkamer heeft gewrongen die zijn bij jou thuis gewoon niet herhaalbaar. En dan je psychiater of psycholoog, om haar of zijn morele steun niet te verliezen lieg je flink over je dagaantekeningen of je gedragsoefeningen.

Onze Jan Lieech deed op zeker moment de waarheid één keer teveel geweld aan. Tot verbazing van velen had ie zich een bruid weten te verwerven, maar hij had daarbij verzwegen al getrouwd te zijn, met een Indonesische. Dat kwam hem uiteindelijk op een echtscheiding en een proces wegens bigamie te staan. Was ie maar eerlijk geweest, niemand zou hem immers geloofd hebben….

Muziek:

Riemskie-Korsákof, Sjeherazade, SPOOR 1;  duurt 9’23”, dus vooral niet vergeten weg te draaien…

Aanbevolen afkondiging:

“We luisterden naar een stukje van de suite [ swiéte ] Sjéhérazade van de Russische componist Nikolài Riémskie-Korsákof [ <= ja,zo spreek je het ook uit ], die leefde van 1844 tot 1908.

Het gaat over een paleisdame die de sultan alsmaar sprookjes vertelt om haar executie te ontlopen, de Sprookjes van 1001 Nacht. Als je érgens voor mag liegen is het dát wel.”


© 2024 Toon van der AA