Kloaplopers

In mijn jonge jaren ging ik naar de middelbare school in een naburig dorp. Zes dagen in de week zo’n acht kilometer op de fiets. Met op de terugweg meestal tegenwind. Reden we in een groep, dan wisselden we elkaar af aan de leiding om wind te vangen. Maar soms als je alleen reed, kwam je een andere fietser achterop, die nadat je was gepasseerd niet achterbleef, ook geen samenwerkend koppel met je ging vormen, maar die alsmaar achter je bleef hangen en nooit de kop overnam, ook al ging je langzamer rijden tot nagenoeg stilstand. Echte klaplopers waren dit, of misschien moet ik ze “klapfietsers” noemen, en bij schaatsen heet het nog weer anders natuurlijk.

Ik had altijd vreselijk de pest aan deze klaplopers, deze uitbuiters, deze parasieten, kreeg bijna slaande ruzie met het tuig. Dat is nog steeds zo. Ik heb ik een hekel aan belastingontduikers, zwartwerkers, lijntrekkers en zwartrijders, die anderen laten opdraaien voor de tekorten die zíj veroorzaken. En dat geldt ook voor de gebruikers van wettelijk toegestane vormen van zo weinig mogelijk belasting en premie betalen en zoveel mogelijk teruggave regelen, al of niet op een buitenlands eiland, waartoe we aan alle kanten worden aangemoedigd. “Niemand betaalt graag belasting”, klinkt het in reclameboodschappen voor adviseurs en consulenten en zakelijke websites. Lulkoek, ik betaal dolgraag belasting voor nuttige voorzieningen.

Wég dus ook met premieontduikers in de gezondheidszorg, en met onverzekerden. In mijn fantasie zie ik soms wel eens zo’n wanbetaler voor de ingang van het ziekenhuis geweigerd worden: éérst geld ophoesten, dan pas je longkanker behandeld. Maar in onze maatschappij krijgen ook wanbetalers gelukkig altijd de noodzakelijke medische zorg; dat is een eenvoudige kwestie van menselijk mededogen.

En er is nóg een reden om alle patiënten te helpen, of ze nu premie betaald hebben of niet. De wanbetalers zijn nl. dikwijls geen vrijwillige klaplopers, maar mensen die te arm of te dom of te verward zijn om belasting en premie af te dragen. Of die illegaal in dit land verblijven. Deze medeburgers moeten we hun schuld kwijtschelden en van harte laten meeprofiteren van onze voorzieningen.

Op wereldschaal ligt het nóg anders. Een groot aantal mensen op deze aarde is afhankelijk van noodhulp en ontwikkelingsgeld, en soms letterlijk van overtollig voedsel en medicijnen o.a. uit Nederland. In overgrote meerderheid zijn zij geen klaplopers, integendeel, in veel gevallen zijn zij arm doordat wíj te weinig betalen voor hun producten. Wij westerlingen zijn hier dus de klaplopers.

Radio Signaal heeft in kleinere vorm ook zijn klaplopers, in diverse soorten. De onschuldigste maar wel irritant zijn de bestuursleden en de lidorganisaties van het Amsterdams Patiënten en Consumenten Platform APCP, voor wie wij als onbetaalde of laag betaalde vrijwilligers uitstekend PR-werk doen maar die nooit een woord van belangstelling, waardering of advies voor ons hebben en die waarschijnlijk nauwelijks naar ons luisteren. Maar het APCP levert in elk geval nog een geldbedrag om dit radioprogramma in stand te houden. Dat is niet het geval met die andere koepelorganisaties van zorggebruikers het COSBO, de SGOA en de VGBC, sinds kort samengegaan in de vereniging Vier Sterren. In de ruim twee jaar van ons bestaan hebben zij nog nooit één cent bijgedragen en nog nooit in onze redactie meegeholpen, terwijl wij toch aan hún achterbannen alle aandacht schenken en hún mensen geregeld in de studio vragen. Ik zal in de redactie van Radio Signaal voorstellen, dat we een actie beginnen tegen deze schaamteloze klaplopers.

Muziek:

1e Deel van het 2e vioolconcert van Bach, spoor 1 van de plaat The Soloists of Australia

tijdig wegdraaien want duurt 7’40”

Aanbevolen afkondigingstekst:

“Velen van u zullen het al herkend hebben, dit was een stuk uit het tweede vioolconcert van Johann Sebastian Bach [ johan sebastiaan bach] , die leefde van 1685 tot 1750 in het oosten van Duitsland. Dat hier niets aan de strijkstok is blijven hangen en dat Johann Sebastian zich door niemand vooruit hoefde te laten trekken tegen de wind in, dat moge duidelijk zijn. En U mag gerust even klappen.”


© 2024 Toon van der AA