Dolle Dorus werd geboren nadat zowel de anticonceptie alsook de abortus waren mislukt, en zo zat moeder Mientje met een vreemd misbaksel opgescheept, vond het hele dorp. Niet dat het ze verwonderde, want van seks tussen nabije bloedverwanten krijg je rare kinderen. Die Mientje toch. Vaak groeide bij zo’n inteeltnakomeling een van de vingers uit tot een gespleten exemplaar, zei men. Maar toen ik vele jaren later iemand ontmoette die inderdaad vijfeneenhalve vinger aan zijn hand had zitten, durfde ik toch echt niet te vragen of ie soms uit inteelt was voortgekomen…
Hoe dan ook, Dorus groeide op voor galg en rad, kreeg die welverdiende naamstoevoeging ‘Dolle’, en werd omstreeks zijn twintigste na een paar zedenmisdrijven ter beschikking gesteld van de regering, tbr dus. Wel zag een arts tussentijds kans om zijn oren ietsje rechter te zetten dan ze van óórsprong stonden.
Dat waren in één levensgeschiedenis heel wat dingen die volgens de een wél tot de geneeskunde behoorden en volgens de ander niét. De pastoor bijvoorbeeld vond stellig dat een arts zich verre moest houden van geboorteregeling, en abortus provocatus behoorde tot het domein van het strafrecht.
Tegenwoordig gaan we voor die dingen naar apotheek en huisarts. Maar we discussiëren nog wel over de pil, of over kunstmatige inseminatie, en dan gaat het vooral om de vraag of uitgerekend de gezondheidszorgkas ervoor moet opdraaien. Dat geldt ook voor onze plastische chirurgie, want werd bij Dorus enkel een paar oren wat beter aangenaaid, tegenwoordig laten we vanalles wegsnijden, opvullen en straktrekken, je moeder herkent je niet meer. En als het voor je psychische gezondheid nodig wordt geacht, komt het nog uit de ziektekostenpot ook; het mooiste voorbeeld hiervan vormen natuurlijk de geslachtsoperaties – naar mijn mening terecht, overigens. Het is wel allemaal in voortdurende discussie, maar in elk geval trekken we de grens van wat medisch handelen is, althans gerechtvaardigd handelen door medici, die grens trekken we aanzienlijk ruimer dan vroeger. En naarmate de medische wetenschap voortschrijdt, zullen we nóg meer tot het taakgebied van de gezondheidszorg gaan rekenen, denk ik.
Die grensverlegging geldt niet alleen voor de lichamelijke gezondheidszorg, maar ook voor de geestelijke. Dolle Dorus kon met een tbs-maatregel al verpleegd worden in plaats van naar het gevang gestuurd. Tegenwoordig geven gevangenisautoriteiten toe, dat ze heel wat gedetineerden onder hun hoede hebben die meer gestoord zijn dan crimineel, en er bestaan diverse forensische klinieken. Typerend voor het debat dat we nog steeds voeren over de vraag “is ie gek of is ie slecht?” is het feit, dat sommige forensische klinieken onder het ministerie van Volksgezondheid vallen en weer andere onder Justitie; we proberen dus gradaties aan te brengen in gekte en slechtheid. De wetenschappen van psychologie, psychiatrie en neurologie zullen beslist ook steeds meer gebieden en gebiedjes van menselijk gedrag en menselijk gevoel ontdekken, waar je als individu onmachtig bent tegenover je instincten – maar misschien ook wel gebiedjes waar je niét meer weg kunt komen met een smoes van “o jee, mijn emoties en instincten overheersten mijn morele oordeel”. In elk geval gaat het ook hier weer over de grens van wat medisch is. Maak uw siliconenborst maar nat voor een eeuwigdurende discussie.
Dolle Dorus is uiteindelijk terechtgekomen in de tuin van een nonnenklooster – neenee, dat zit wel goed hoor, daar werd ie eerst chemisch voor geholpen. Met zijn gespleten vinger kon ie bekwaam stekkies hanteren om die tot nieuwe plantensoorten te kruisen. Net zoals de beroemde monnik Gregor Johan Mendel uit de 19e eeuw met zijn kruisingen van erwten, die daarmee een voorloper werd in de gewasveredeling, en misschien ook in de genetische modificatie of manipulatie, die ook weer behoort tot het grensgebied van medisch handelen.