Familie

Onlangs kreeg iemand in mijn nabije omgeving een acute en ernstige hartaanval. Mensen van zijn werk waren daar getuige van, en één van hen belde later op de dag naar het ziekenhuis om naar zijn toestand te informeren. Die informatie moest zij met enige moeite lospeuteren, want eigenlijk wilde men die alleen kwijt aan familie.

Het deed me denken aan mijn eigen geval acht jaar geleden, toen ik ook voor hartpampus lag en mijn bezorgde vriendenkring in eerste instantie ook medische terughoudendheid tegenkwam. Dat duurde gelukkig maar heel kort, doordat een vriend er eerst lustig op los loog dat ik helemaal geen familie meer hád en men later begreep dat mijn feitelijke restantje familie erg onbereikbaar was. Ik kon dat zelf tussen mijn crises door al gauw bevestigen. Als onze vriend van deze keer dagenlang bewusteloos was gebleven, dan had hij ons met een beetje pech kunnen ontvallen zonder dat we nog bij hem waren geweest. Gelukkig zaten in dit geval familie, collega’s  en vrienden al spoedig samen aan het ziekenhuisbed van de herstellende patiënt.

Ik vind het wel raar dat de familie altijd zo’n voorrang krijgt. Het kan te maken hebben met wetgeving op het gebied van handelingsbekwaamheid: als iemand niet in staat is om zelf een beslissing te nemen, bijvoorbeeld als ze in coma ligt, dan moet de meest nabije bloedverwant dat doen. Gottegot, ik moet er niet aan denken! Indertijd was mijn demente moeder mijn enige snel op te sporen bloedverwant, terwijl ik een paar slimme en ervaren vriendinnen al jaren geleden had aangewezen voor dit soort noodgevallen.

Of zou het om de erfenis gaan? Nou, bij mij was niets te halen en bij onze vriend van laatst zaten we daar ook niet op te azen, eh, dat klopt toch hè mensen? Trouwens, érfgenamen zou je eigenlijk helemaal geen beslissingen moeten laten nemen over gevaarlijke ingrepen, daar hebben ze teveel belang bij, ja nou redeneer ik óók even door!

In elk geval vormen handelingsbekwaamheid en erfeniszaken volgens mij geen goede redenen om zelfs de informatie te beperken tot familieleden. En voor privacy geldt eigenlijk in onze moderne maatschappij hetzelfde: u kent vast genoeg familieleden die u minder van uw lichamelijke en geestelijke toestand wilt toevertrouwen dan een paar goede vrienden en vriendinnen.

De wet en het gebruik die in medische noodgevallen éérst de rechten van de familie erkennen stammen uit een tijd, dat ten eerste de familie altijd dicht bij de hand was, en ten tweede je als individu een beetje het bezít was van die familie. Veránderen dus die wetten en gebruiken. U kunt daaraan meehelpen door in uw agenda en dergelijke duidelijk aan te geven wie in geval van een noodsituatie het eerste moeten worden ingelicht, maar ook wie beslissingen mag nemen over spoedoperaties en andere ingrepen als u dat zélf niet kunt beslissen. Eigenlijk zou dat ook best op uw ziekenfondspasje mogen staan. Totdat de wet in die geest is gewijzigd, durven de meeste medici heus wel te werken met zo’n verklaring van u, in plaats van uw vrienden in de wachtkamer te laten verpieteren terwijl zíj wanhopig zoeken naar bloedverwanten.

Verkijkt u zich intussen niet op uw vermogen om zelf aanwijzingen te geven na een hartaanval of een kachelrandongeluk. Als u al niet bewusteloos bent geraakt, kunt u eventjes ernstig verward zijn geworden, tot en met het hebben van waandenkbeelden. Dat komt vrij veel voor na een zogeheten medisch trauma. Dus als u tegenover uw redders uitkraamt dat u Cleopatra bent of Napoleon, nou dan kan het even duren voordat ze familie van u hebben gevonden.


© 2024 Toon van der AA