Doe normaal!

Een goede vriendin van me had eens een klein instrumentje nodig in verband met haar kwaal. Dat zou per post bezorgd worden en kon met gemak door de brievenbus. Die levering ging mooi niet door, omdat op het etiket van het pakje een verdiepingnummer stond vermeld en op haar brievenbus niét. U kent dat wel, ikzelf heb het in elk geval diverse keren meegemaakt, dat leveranciers en dergelijke je vragen op welke verdieping je woont en dan concluderen: “ Oh, u woont op 25-twee hoog”, en dan zeg ik dat de nummering gewoon over de verdiepingen heen doorloopt dus dat ik weliswaar tweehoog woon maar dat er geen nummer 25-begane grond of 25-één hoog bestaat, en dat snappen ze na een eeuw flatbouw of hoeveel zal het zijn, of na een halve eeuw doorlopende nummering, dat snappen ze dan vaak nóg niet.

Mijn vriendin was daar nu helemáál mee in de aap gelogeerd. De postbezorger zag dus haar naam staan en het juiste huisnummer maar geen verdiepingsaanduiding, en vond dat kennelijk onvoldoende; maar hij vond het óók niet nodig om even aan te bellen, desnoods bij de buren. Nee, hij nam het pakje als onbestelbaar mee terug. En mijn vriendin maar wachten op dat onmisbare onderdeeltje. Ze moest daardoor een geplande monteur afzeggen, plus iemand die haar een gebruikerscursusje zou geven, dus u ziet haar onkosten en frustratie al oplopen.

Iemand anders die ik ken had een forse hartaanval gekregen en moest met spoed naar het ziekenhuis. Hij werd met veel moeite op eigen benen drie trappen af naar de wachtende ambulance gezeuld, met alle vertraging en dus onbekende schade aan zijn hartweefsel vandien – want in dit soort gevallen telt elke seconde. Ja meneer, had een ziekenbroeder hem gezegd, in onze werkaanwijzingen staat dat wij iemand niet op de brancard over trappen mogen vervoeren, nee ook niet naar benéden, dat is ter bescherming van ons weet u, tegen rugklachten. We kunnen wél een hoogwerker bestellen bij de brandweer, maar ja dat duurt nogal een tijdje hè dus u kunt beter zelf even lopen. In die tijd in afwachting van de hoogwerker zou mijn vriend wel mooi hartstikke dood zijn gegaan, zo bleek later.

Wat is er verdomme met die mensen aan de hand? Mijn opa van vaders kant, Piet heette ie, die was postbode in mijn geboortedorp. Ik werd daar door de oudere mensen nogal eens op aangesproken: “Oow, bende gê der ene van Pieet de Pôôst?” Opa Piet bezorgde in weer en wind zijn leven lang álle post, duidelijk adres of niet, desnoods vroeg hij in de buurt rond waar de weduwe zus-en-zo of boer die-en-die dan heen was verhuisd, in het zeldzame geval dat ie dat nog niet zelf al wist. En als ergens op het erf een valse hond zat waar hij langs moest, dan had ie wel wat afval van de slacht bij zich om de aandacht van het rotbeest af te leiden, gekregen van ome Cor de Slager.

Verder zouden onze ziekenbroeders er  niet over piékeren om een patiënt te laten wachten op een hefmachine of zoiets, of om hem zelf naar beneden te laten strompelen. Ze zouden allereerst aan die patiënt gedacht hebben en hem gedragen hebben, en gerust bij de buren hebben aangeklopt om hen in te schakelen. Zó ging het in mijn dorp toe, en zeer zeker ook in volkse stadswijken. Een andere keer, luisteraars, heb ik wel weer kritiek op toestanden van vroeger, maar nú even niet.

Of het een teken is van verharding van de maatschappij, van bureaucratisering, van angst om tegen regeltjes te zondigen – angst voor een uitbrander van de baas, angst voor een schadeclaim, angst voor intrekking van ziekteuitkering als eigen initiatief mis gaat, angst om voor uitslover te worden aangezien?– maar ja dat is dan óók allemaal een teken van maatschappelijke verharding. De maatschappij wordt er  killer en stroever van, en degenen die daar het meeste onder te lijden hebben zijn mensen met een ziekte of handicap. Want dan ben je meer afhankelijk van allerlei dienstverlening, en is het moeilijker om zelf fouten van die dienstverlening te herstellen. Tegelijk werk dit stressverhogend, en dat is extra zwaar voor de vele mensen met een psychische handicap.

Daarom mijn respect voor de leverancier die mijn vriendin geen administratie- of magazijnkosten in rekening bracht voor alle rompslomp die volgde — want dat soort mensen bestaat óók.

Maar vooral mijn respect voor mijn opa Piet en zijn soortgenoten van vroeger en van tegenwoordig, die normaal deden en doen wat ze niet als hun juridische maar als hun ménselijke plicht beschouwen, een normale dienstbaarheid. Doe normaal!


© 2024 Toon van der AA