De prijs van een mens

Als we iemand een flapdrol noemen betekent dit dat we weinig waardering voor hem of haar kunnen opbrengen. In mijn jonge jaren raapten mijn broer en ik wel eens paardedrollen langs de straten van ons dorp, om die als mest of brandstof te verkopen aan de boer in de buurt. Het was begin jaren ’50 der twintigste eeuw, en onder andere de melk- en groenteboer kwamen nog met paard en wagen aan de deur. Ik kan u vertellen dat drollen van een paard weinig opbrachten; voor die van een flap zal dat ook wel gelden.

Wij zouden niet op de gedachte zijn gekomen om de waarde van een flaprol of andere medemens in ernst uit te drukken in geld, en lang is dat ook een taboe gebleven.

Op 14 november vorig jaar schreef niettemin NRC-redacteur Floor Rusman over de vraag: Hoeveel mag een mensenleven kosten? In het verkeer is dat momenteel in ons land 2,6 miljoen euro, legt ze uit, dat wil zeggen als het aanleggen van nieuwe rotondes, vangrails en dergelijke naar schatting minder dan één persoon gaat redden voor elke 2,6 miljoen die wordt geïnvesteerd, dan is die investering niet lonend.

In de gezondheidszorg wordt geregeld gepleit voor soortgeleide richtlijnen. Dit mede door de hoge prijs van uitzonderlijke medicijnen voor zeldzame ziektes, en met de voortgang der medische wetenschap zal steeds meer mogelijk zijn voor meer mensen maar ook tegen stijgende kosten. Budgetten van ziekenhuizen en zorgverzekeraars zijn niet onbeperkt, dus ooit komen ze aan de bodem van hun kas. Bovendien, ook een toeréikend budget moet je verdelen tussen soorten patiënten en behandelingen, en dan gaat het ene áltijd ten koste van het andere.

Wat de wensen van patiënten betreft, dappere dokters zouden hun patiënten misschien vaker moeten vragen, of een bepaalde pil met een beetje levensverlengend effect maar ook met ellendige bijwerkingen, of die pil wel te verkiezen is boven een snellere maar mildere dood. De pleitbezorgers hiervoor hebben dan het belang van de patiënt voor ogen, maar je kunt je voorstellen dat het ook leidt tot bezuiniging op peperdure pillen en andere faciliteiten. En dergelijke overwegingen gelden evenzeer voor minder dramatische situaties. Verstandige individuele matiging zal echter ten hoogste uitstel van het kostendilemma betekenen, want de medisch-technische mogelijkheden lopen altijd voor op de financiële.

Allerlei artsen moeten daarom keuzes maken vóór sommige dus tégen andere patiënten, doorgaans op grond van leeftijd en prognose naar ik begrijp, en misschien ook wel op grond van sociale positie. Velen zouden van die last willen worden bevrijd, doordat de overheid heldere richtlijnen voorschrijft en handhaaft. En dat is ook redelijk, want die overheid is door ons burgers gekozen om een nationale, algehele afweging te maken tussen alle belangen en om onze belastingcenten zo goed mogelijk te verdelen tussen gezondheidszorg, onderwijs, verkeer, defensie, enzovoorts. Voorts ook om wetten en regelingen te maken voor de goede besteding van dat geld. Dappere politici zullen zich dus moeten uitspreken over hun ethische voorkeur voor het ene of het andere, met ons en elkaar daarover respectvol discussiëren, en uiteindelijk knopen moeten doorhakken. Hier kunnen ze bewijzen niet de laffe flapdrollen te zijn waarvoor ze zo vaak worden uitgemaakt.

Muziek na, voor Michiel:

Van de CD Extravaganza a.j.b. SPOOR 10, Wilhelm Stenhammar; is vrij zacht, duurt totaal 4’17, dus voortijdig wegdraaien lijkt me al is de helft best de moeite waard.

Mogelijke afkondiging voor Olga:

“We luisterden naar het intermezzo uit de cantate ‘Sången’ [waarschijnlijke uitspraak songen] van de Zweedse componist Wilhelm Stenhammar, die leefde van 1871 tot 1927. De weemoedigheid ervan past misschien wel bij de last van de ethische keuzes, die we in de gezondheidszorg zo vaak moeten maken.”


© 2025 Toon van der AA