Bijsluiters

Vroeger kreeg je je medicijnen vaak in een papieren zakje van de apotheek. Met een kroontjespen, als iemand nog weet wat dat is, met een kroontjespen was erop geschreven in welke lichaamsopening je moeder de pillen of poeders moest stoppen en wat we er niét mee moesten doen. Einde instructie.

Tegenwoordig zit in elk doosje uitgebreid drukwerk, te weten de bijsluiter. Die geeft meer informatie dan we vroeger kregen, maar hoeveel wijzer worden we ervan?

Om te beginnen worden veel ouderen en medicijngebruikers van de informatie uitgesloten door de piepkleine lettertjes waarin de bijsluiter is gedrukt. Een vergrootglas zou dan ook een uitstekend relatiegeschenk kunnen zijn van ziektekostenverzekeraars of patiëntenverenigingen.

Verder kunnen dyslectici en andere mensen met leesproblemen, maar ook iedereen met weinig schoolopleiding naar de bijsluiterwijsheid fluiten, dankzij de vele moeilijke woorden – moeilijke woorden zowel qua schrijfwijze als qua betekenis.

Ook staat alles meestal uitsluitend in het Nederlands, en als er iéts is waarbij we niet moeten zeuren over inburgering en over de plicht om de taal van je woonland te beheersen dan is het toch bij medische informatie. Meervoudig vertalen dus.

Vervolgens moet je je vaak door allerlei gegevens heen worstelen van precieze samenstellingen en werkzaamheden, met moleculen zus en milliliters zo, en daarna of daartussendoor vind je dan wat je echt nodig hebt voor het gewone gebruik.

De lijst van bijwerkingen die in een bijsluiter worden vermeld is indrukwekkend en afschrikwekkend. Behalve als er kanspercentages bij staan is de informatieve waarde ervan klein. Die lijst is dan ook helemaal niet bedoeld om ons te helpen of te waarschuwen luisteraars, maar om ons kansloos te maken in een schadeproces wanneer we van het middel een rolberoerte krijgen, of wat voor zeldzame aandoening dan ook. Wat voor raars er ook met je gebeurt, de fabrikant kan bijna altijd zeggen: “De bijsluiter waarschuwde ervoor, je hebt het toch geslikt, dus eigen schuld dikke bult.” En daar sta je dan met je bult.

Dat die rotbijsluiter je geen reële waarschuwing voor bijwerking meer geeft is één, maar of je moet geloven wat ie van de positieve werking zegt weet je óók niet. Tenslotte is het een folder van de fabrikant, en al zal er wel enige controle op bestaan, die fabrikant wil zijn pillen toch verkopen. Wat ik daarom veel liever zou zien is een consumentenbijsluiter, waarin patiënten- of consumentenorganisaties in begrijpelijke taal uitleggen wat ze ervan vinden en wat ze je aanraden; b.v. het advies “dit middel x doet het wel, maar hebt u ook wel eens middel y geprobeerd?” Of  “dit middel werkt wel goed, maar u raakt eraan verslaafd”, want een verslavingswaarschuwing zie ik nu zelden of nooit. Een mooie taak voor de gebruikersorganisaties, en een mooie taak voor de regering om hen daartoe te subsidiëren.

Maar voorlopig zie ik de bijsluiterballast nog niet verminderen. Ik verwacht zelfs elk moment een bijsluiter-CD-ROM of -DVD in de verpakking. Een verpakking die dan alleen maar verder opengaat om je toegang te geven tot de pilletjes, als je dat hele godganselijke schijfje in de computer hebt doorgelezen; en daar kom je niet onderuit, want op diverse plekken in de tekst staan ter controle vragen die je eerst moet beantwoorden voordat je verder kunt.

Vroeger kon je je frustratie een klein beetje afreageren door de papieren zak van de apotheek op te blazen en met een forse handklap te laten ontploffen. Nou, probeer dat maar eens met zo’n doordrukstrip.


© 2024 Toon van der AA