Gek of slecht?

Een oud-directeur van de forensische onderzoekskliniek de Pompe Stichting verklaarde onlangs politicus Geert Wilders voor gek. Pardon, hij beoordeelde hem in de krant als lijdend aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis.

Dat roept de vraag op, of zo’n diagnose op afstand aanvaardbaar is, zonder dat je ook maar een woord met de betrokken persoon gesproken hebt.

Als het antwoord in principe ‘nee’ luidt kunnen we daar in het algemeen belang toch uitzonderingen op willen maken. Dode dictators bijvoorbeeld analyseren we postuum voor historische lessen. Je krijgt ze ook niet meer te spreken (tenzij misschien in Spiritistische Systeemtherapie). Voor nog levende maar ontoegankelijke figuren uit een ver land geldt ongeveer hetzelfde. Maar dichterbij?

Een algemeen belang van diagnose is verhoogde voorspelbaarheid van een publiek persoon die je als een mogelijk gevaar beschouwt – en dan kan dat ‘gevaar’ vanalles betekenen, van economische schade tot etnisch geweld. Hier weeg je doel en middelen af. In mijn hoogstpersoonlijke afweging komt de racist Geert W. bijvoorbeeld wel voor openbare diagnose in aanmerking, evenals zijn achterban.

Wat dat laatste aangaat: zo’n collectieve diagnose is misschien nóg belangrijker dan een individuele. Ze wordt door sociaal-psychologen en -psychiaters dan ook vaak en zonder morele belemmeringen toegepast: kuddegeest, massahysterie, massaprojectie, enzovoorts, in tal van landen maken demagogen al eeuwen misbruik van dit soort groepsstoornissen.

Er zit een tweede algemeen belang aan openbare individuele psychiatrische diagnose op afstand. En dat is verlaagde demonisering. Wie een stoornis heeft is minder toerekeningsvatbaar, een beetje gek is een beetje minder slecht. Dit (in theorie) breed gedragen gevoel is een verworvenheid van eeuwenlang debat binnen de Westerse cultuur – met excuses aan andere culturen die ik nu mogelijk misken. Zelf vind ik Wilders niet alleen onsympathiek maar ook beklagenswaardig figuur, en ik wens hem een goede wending aan zijn huidige levensfase toe. En zijn aanhang gun ik meer verstand en minder frustratie.

Wij psychiatrische patiënten hebben behalve als gewone staatsburgers speciaal belang bij verstandige en humane noties van hoge of lage toerekeningsvatbaarheid. Om te beginnen rijden we zelf wel eens een scheve schaats die ons om psychologische redenen vergeven wordt. Maar de vraag van gek-of-slecht kan ons ook helpen om kwalijke invloeden in ons eigen leven te relativeren. Waren je vreselijke ouders niet zelf slachtoffer van hun opvoeding? Zat die rotbaas niet onder de plak van zijn eigen chef? Is die irritante therapiegroepsgenoot niet ook getraumatiseerd? Put daar troost en mildheid uit. En anders wil een of andere dokter Yanlul Zecu uit Moldova of Morbita Leipo uit Benin ze vast wel tegen een luttel bedrag via internet voor knetter verklaren.


© 2024 Toon van der AA